Géén Amsterdamse buurt is zo beschadigd uit de Tweede Wereldoorlog oorlog tevoorschijn gekomen. In 1945 ligt de oude Jodenhoek er vervallen en verlaten bij en bijna twintig jaar lang onderneemt het stadsbestuur niets om daar iets aan te veranderen. Weliswaar presenteert het stadsbestuur in 1953 een ‘Wederopbouwplan Nieuwmarktbuurt’, maar dat blijft 10 jaar in de kast liggen. Dat heeft een desastreuze uitwerking: aan herstel van de woonfunctie wordt niets gedaan en de buurt verkrot steeds verder.
De bewoners vertrekken naar Purmerend en Lelystad. Dat laatste is ook de bedoeling van de overlooppolitiek die de gemeente in die jaren voert, gebaseerd op een scheiding van wonen en werken: wonen in de buitengebieden rond Amsterdam en werken in de ‘City”. En zo kan de buurt midden jaren zestig dé aangewezen plek worden voor de cityvormingsplannen van stadsbestuurders en projectontwikkelaars.
Op de ruïnes van de oude Jodenbuurt moest een modern zakencentrum verrrijzen, de ‘City of Amsterdam’, met autowegen, hotels, kantoren en parkeergarages. Vier grootstedelijke projecten zouden de buurt in het hart en aan de flanken raken: de toegangsweg tot de IJtunnel, een vierbaansweg door de Joden- en Sint Antoniesbreestraat, de metro en de Stopera.
1. De IJtunnel
Voor de oorlog reed er over de Wibautstraat nog een trein tussen Amsterdam en Weesp en stond aan het eind van de straat het Weesperpoort-station, dat in 1939 is afgebroken. Daardoor kwam halverwege de jaren zestig ruimte vrij voor een vierbaansweg naar de binnenstad en de IJtunnel. Deze autoweg werd doorgetrokken door de Weesperstraat, een van de oude Joodse winkelstraten (een straat zoals de Utrechtsestraat). Alle huizen langs de Weesperstraat werden platgegooid en vervangen door kantoren.
Om de Weesperstraat te verbinden met de IJtunnel werd in 1969 het Mr. Visserplein aangelegd en een groot deel van de zeventiende-eeuwse eilanden Marken en Rapenburg gesloopt. In 1968 was de IJtunnel klaar.
2. Een vierbaansweg door de Jodenbreestraat
Het tweede plan lag in het verlengde van het eerste. De Weesperstraat moest met een klein bochtje, via het Mr. Visserplein en de Jodenbreestraat, worden doorgetrokken naar het Centraal Station. In de Nieuwmarktbuurt moest een modern zakencentrum verrijzen, hét beeld van de moderne binnenstad in die tijd. Alle panden van de Jodenhouttuinen en de noordkant van de Jodenbreestraat gingen tegen de vlakte. De straat werd verbreed van 12 naar 40 meter en Maup Caransa zette er in 1970 alvast zijn Maupoleum neer (inmiddels gesloopt).
Maar toen men aankwam bij de Sint Antoniesbreestraat stond daar het Huis De Pinto in de weg. Door de sloop van dit monument tegen te houden kon de historische rooilijn van de straten gehandhaafd blijven en was de vierbaansweg van de baan. Dat verklaart de overgang van de brede Jodenbreestraat in de veel smallere Sint Antoniesbreestraat.
3. De metro
Toen de IJtunnel in 1968 klaar was besloot de gemeenteraad om een metro aan te leggen van de Bijlmermeer naar het CS. Het laatste stuk van deze oostlijn moest dwars door de Lastagebuurt lopen. Omdat men nog niet ondergronds boorde werden de tunnelstukken bovengronds in caissons gemaakt en daarna ondergronds tot een tunnelbuis aan elkaar gekoppeld. Dus moesten voor dat laatste bochtje van het metrotracé wederom meer dan honderd huizen tegen de vlakte. Tussen 1945 en 1970 zijn er in de buurt 500 woningen gesloopt en zes nieuwe gebouwd.
4. De Stopera
Ook op het Waterlooplein moesten alle nog overeind staande gebouwen gesloopt worden, want daar zou een nieuw stadhuis komen, mét opera. Het plan voor de Stopera stuitte op veel weerstand. Met name het ontwerp van Wilhelm Holzbauer en Cees Dam zorgde, zowel door de hoge kosten van 230 miljoen gulden als door de invulling ervan op deze historisch beladen locatie, voor veel protest. Onder politiebegeleiding begonnen in 1982 de bouwwerkzaamheden.
De cityvorming van de jaren vijftig en zestig heeft de oude Jodenbuurt een behoorlijke knauw gegeven, maar dankzij de strijd van de ‘Aktiegroep Nieuwmarkt’ in de jaren zeventig werden kantoor- en hotelplannen verijdeld en kregen veel oude pakhuizen een woonbestemming. Ook de vierbaansweg dwars door de buurt is tegengehouden en op het metrotracé zijn weer huizen gebouwd in plaats van kantoren.
Bijschrift bij onderstaande foto
Rond 1970 zag de buurt eruit alsof er een bombardement was geweest. Van de laat-zestiende-eeuwse eilanden is alleen Uilenburg nog door water omgeven (linksboven). Rapenburg en Marken zijn grotendeels gesloopt voor de toegangsweg tot de IJtunnel (midden tot bovenin) en op het voormalige Vlooienburg (linksonder) werd in 1982 de Stopera gebouwd.
De oostzijde van de Nieuwmarkt, begrensd door Nieuwe Amstelstraat (middenonder), Rapenburgerstraat en Nieuwe Herengracht (van midden tot boven rechts), werd door deze twee ingrepen voorgoed van de buurt afgesneden en ook het Waterlooplein en het Jonas Daniël Meijerplein (met de Portugese en Hoogduitse synagoge) zijn sinds 1969 definitief van elkaar gescheiden door de aanleg van het Mr. Visserplein. Daarmee verdween voorgoed de oude verbinding tussen de Weesper- en de Plantagebuurt met de Nieuwmarkt.